grandioosjes
Fraaie lancering 'Ik ben Ajacied' (12 november 2006) Voorafgaand aan de topper tussen Ajax en PSV ging de campagne 'Ik ben Ajacied' van start. Toen de 22 spelers rond 12.30 uur door een balonnenhaag het veld betraden zag het stadion er imponerend uit. Op de tribunes zag het rood en wit, aan de lange zijde van het stadion was de tekst 'Ik ben Ajacied' te zien door een fraaie papieren choreografie. Al eerder waren de supporters getuige geweest van korte filmpjes op de schermen waarin Ajacieden vertellen wat het voor hun betekent Ajacied te zijn. Ook op de stoelen lagen rode of witte posters met daarop de uitleg.
Op 14 maart 1900 wordt er een uitnodiging verstuurd aan mensen die mogelijk geïnteresseerd zijn, voor de oprichting van "een geheel nieuwe voetbal vereeniging". In de brief staat dat er zondagmorgen 18 maart een vergadering zal worden gehouden in Café Oost-Indië in de Kalverstraat te Amsterdam. Op die vergadering wordt een naam gegeven aan de nieuwe club: Football Club Ajax. Floris Stempel wordt de eerste voorzitter. De vice-voorzitter wordt Han Dade vooral omdat hij in het bezit is van een "heuse leren bal". De club speelt op 20 maart de eerste wedstrijd. Het is een vriendschappelijke wedstrijd tegen AFC, een club uit dezelfde buurt. AFC won met 6-1. In augustus 1900 schrijft Ajax zich in bij de Amsterdamsche Voetbal Bond. Ajax komt terecht in de tweede klasse. Het veld waarop gespeeld wordt is een veld achter een boerderij aan de Middenweg (dezelfde straat waar later de Meer is gebouwd). De eerste officiële competitiewedstrijd wordt gespeeld op 29 september 1900, uit tegen DOSB. De wedstrijd wordt gewonnen met 2-1. Ajax wordt in deze competitie die maar uit 6 wedstrijden bestaat, tweede. Ajax eindigt met evenveel punten als de kampioen Volharding 3, maar heeft een slechter doelsaldo. Ajax promoveert echter wel. Dit wegens de goede resultaten en de goede organisatie binnen de club. Ajax verhuist ook naar een nieuw terrein, in Amsterdam-Noord. Ook in de eerste klasse van de AVB doet Ajax het goed, men wordt tweede, achter AVV. Wel krijgt Ajax zijn eerste onderscheiding, en wel voor het beste doelgemiddelde. 34:15=2,267. Door deze prestatie wordt Ajax toegelaten tot de NVB (Nederlandsche VoetbalBond). Ajax komt terecht in de derde klasse West en speelt in het seizoen 1902-1903 twee competities, die van de AVB en die van de NVB. Ajax wordt in de competitie van de AVB derde, en wordt eerste in de competitie van de NVB. Dit was het laatste seizoen voor Ajax in de AVB-competitie. Omdat Ajax eerste werd in de competitie van de NVB mocht men kampioenswedstrijden spelen tegen Leonidas. Uit is de score 2-2, maar thuis wint Ajax met 3-1, en is kampioen van de derde klasse West. Om de promoveren moet Ajax promotie/degradatie wedstrijden spelen tegen Steeds Voorwaarts. Ajax wint beide wedstrijden met 3-1, en promoveert naar de Tweede Klasse West. Dit is het derde achtereenvolgende jaar dat Ajax promoveert! Ajax speelt in dat seizoen voor de eerste keer mee om het Gouden Kruis, het toernooi tussen de 8 beste Amsterdamse ploegen. Ajax verliest de finale met 4-1 van RAP. Het eerste succes komt pas weer in 1906. Ajax wint dan met 4-3 van AFC en wint het Gouden Kruis. In de competitie was Ajax 3 keer 4e en 1 keer 5e geworden. Ajax verhuist hierna wederom, en wel naar een ander veld aan de Middenweg. 1907-1908 is een goed jaar voor Ajax. Ajax wordt afdelingskampioen maar eindigt als laatste van de drie in de kampioenscompetitie. Na respectievelijk 2e en 3e te zijn geworden wordt Ajax in '10-'11 weer afdelingskampioen, en daarna ook kampioen van de Tweede Klasse West. Na promotie/degradatie wedstrijden promoveert Ajax naar de Eerste Klasse, toen de hoogste afdeling van het Nederlandse voetbal. Omdat Sparta al in rood-wit gestreepte shirts speelde ging Ajax over op een nieuw tenue: wit met een rode baan, en dat is het in de rest van de geschiedenis gebleven. Na twee jaren in de onderste regionen van de eerste klasse komt het onheil in '13-'14. Ajax wordt laatste, en degradeert na degradatiewedstrijden uit de eerste klasse. Dit is de enige keer dat Ajax degradeert in de geschiedenis. Ajax vecht zich wel sterk terug. In '14-'15 kan Ajax niet promoveren omdat er alleen een noodcompetitie wordt gespeeld wegens WO I. In '15-'16 wordt Ajax wel afdelingskampioen, maar loopt op het nippertje promotie mis. In '16-'17 lukt het wel. In het seizoen erna, '17-'18 wordt Ajax meteen afdelingskampioen, en ook het landskampioenschap wordt veroverd! Ajax is voor de eerste maal in de geschiedenis van de club landskampioen. Het jaar erna levert de club een uitzonderlijke prestatie, die sindsdien maar één keer is herhaald, ook door Ajax, in '94-'95, want Ajax wordt ongeslagen afdelings- en landskampioen. De jaren erna zijn minder, Ajax wordt nog wel 4x afdelingskampioen, maar het landskampioenschap blijft uit. De klassieke held Ajax De naam Ajax komt uit het klassieke Griekenland, daar waren zo'n 3200 jaar geleden twee vorsten met die naam. Zij kwamen uit de familie der Ajacieden. Ze werden Ajax de Grote en Ajax de Kleine genoemd, voor het onderscheid. Zij gingen naar Troje om Helena, die door de Trojanen was gestolen terug te winnen. De grote held bij de Grieken was Achilles, die onoverwinnelijk was, behalve op een plek, zijn achillespees. Hij stierf door een pijl in zijn Achillespees, afgevuurd door de goden. Ajax de grote en Odysseus wilden allebei zijn wapenuitrusting hebben. Daarom gingen ze vechten. Toen er na een hele tijd nog niemand gewonnen had, werd er besloten dat ze allebei een redevoering moesten houden, en dat de luisteraars dan hun oordeel zouden geven. Ajax was geen goede prater, en verloor het van Odysseus die beter kon praten. Ajax was woedend, en liep weg. Daarna koelde hij zijn woede op een kudde schapen, die hij slachtte. Hij dacht dat het de Grieken waren. Toen hij zijn blunder inzag stak hij zijn zwaard in de grond, met het handvat naar beneden en hij stortte zich in het zwaard. Jan de Natris Jan (spreek uit Jén) de Natris wordt vaak wel de eigenzinnigste Ajacied aller tijden genoemd. Dit komt doordat hij gewoon deed en zei wat hij dacht. Jan de Natris was een hele goede voetballer. Hij werd in het jubileumboek van Ajax uit 1950 geroemd als de beste voetballer die ooit bij Ajax had gespeeld. Volgens sommige mensen was hij zelfs beter dan Cruijff. Hij speelde tussen 1917 en 1925 133 wedstrijden voor Ajax, en scoorde daarin 46 goals. Hij speelde 23 interlands. Hij was zo goed dat hij zich alles kon veroorloven, en hij gedroeg zich daar ook naar. Toen hij in 1914 naar Ajax kwam vroeg hij elke week aan de kiescommissie (toen maakte dekiescommis-sie de opstelling, en had de trainer daar geen stem in) of hij zondag nu al eens opgesteld zou worden. Dit duurde namelijk tot 1917. Hij trok zich van niets en niemand wat aan, hij deed zelf waar hij zin in had. Dit bleek ook toen Ajax in 1918 uit naar Willem II moest voor de kampioenswedstrijd. Hij miste de trein, en in plaats van de volgende trein te nemen ging hij "pierewaaien" in Amsterdam. Hij kreeg hiervoor een boete van 10 cent, die hij nooit heeft betaald. Jan de Natris heeft overigens nooit een kampioenswedstrijd gespeeld, want in 1919 was hij er weer niet bij omdat hij geschorst was voor 6 maanden wegens een vechtpartij op het veld. In 1921 vertrekt hij plotseling naar De Spartaan, om twee jaar later weer terug te gaan naar Ajax. Het volgende jaar deelde hij een dag voor de start van de competitie mee naar Vitesse te gaan. Van het bestuur hoefde hij nooit meer terug te komen, maar een jaar later werd hij weer als een ster binnengehaald. Ook bij het Nederlands elftal liet hij zich gelden. In 1920, bij de Olympische Spelen zaten de bondsofficials in een luxe hotel, terwijl de spelers zich met vierpersoons kamers op een boot op de Schelde tevreden moesten stellen. Ze kregen wel grammofoonplaten, om ze een beetje tevreden te stellen. Omdat De Natris het natuurlijk niet eens was met de gang van zaken smeerde hij de grammofoonplaten in met jam en frisbeede ze één voor één de Schelde in. Ook ging hij een paar dagen later midden in de nacht weg om te stappen. Hij werd daarna voor de rest van het toernooi geschorst. Dit soort akkefietjes waren ook de reden van het schamele aantal van 23 interlands. Jan de Natris was een briljante speler, maar hij liet het ook vaak afweten. Of het was briljant, of het was huilen met de pet op. Als hij op dreef was, was er maar een manier om hem af te stoppen: de doodschop. Dit werkte vooral wanneer het veld modderig was, want De Natris had aan een ding een hekel: een vieze broek. Dan was hij helemaal uit de wedstrijd, en raakte geen bal meer. Dat was Jan de Natris: fantastisch, maar vol kuren.
luister de aller leukste muziek op deze site
doe mee met deze te gekke poll
stemmen stemmen nu ! stemmen stemmen ! stemmen !!!!
ben je geen knappe kop dan is dit voor jou een flop
donald duck gigigi hahahahaha whoehoe
handiiiiiig !
Dit is een voorbeeld rubriek. In deze rubriek kun je links plaatsen, dat zijn koppelingen naar andere sites. Verwijder deze rubriek of pas hem aan
woorden boek altijd handig